Verkondiging:
Wanneer je het nieuws volgt, dan moet je af en toe diep zuchten. Groepen jongeren die grote steden onveilig maken. Mensen die weigeren om voldoende afstand te houden. Een dierenpark waarin hertjes worden mishandeld. Bij zulke berichten vraag je je af:
“Wat bezielt die mensen toch?”
Je zou haast de moed verliezen, wanneer je ziet en hoort wat er misgaat. Juist daarom is het belangrijk om diezelfde vraag ook op andere momenten te stellen. Want ook het mooiste en het beste komt nog steeds in mensen naar boven. Jongeren die heel bezorgd zijn om hun opa of oma. Mensen die oneindig lief voor een zieke zijn. Verpleegkundigen die hun werk als een roeping blijven zien. Vrijwilligers die zich verantwoordelijk voelen en ook in moeilijke tijden hun idealen volgen.
“Wat bezielt die mensen toch?”
Dat is een vraag, die je verder helpt. Zo vindt je energie en bemoediging, de kracht om zelf een teken van hoop te worden.
Wat bezielt die mensen toch, die niet vragen wat het oplevert, maar die vragen wat zij kunnen doen?
Wat bezielt die mensen toch, die niet klagen dat de tijd slecht is, maar die zorgen dat de tijd beter wordt?
Wat bezielt die mensen, die in een individualistische wereld elkaar vast blijven houden?
Ze zijn bezield, dat maakt het verschil. Ze laten zich roepen en zenden, ze laten hun idealen niet los, maar zijn een levend teken van hoop.
Precies dát was de kracht, waardoor de eerste Christenen zoveel mensen wisten te raken. Die eerste Christenen hadden geen grote gebouwen, geen ingewikkelde structuur. Maar ze waren bezield. Dat was aan hen te zien.
Ze predikten vrede in een wereld vol strijd. Ze waren gastvrij en deelden het brood. Ze hielpen de zieken en troostten de bedroefden. Ze gaven ieder mens waardigheid, slaaf en vrije, man en vrouw, vriend en vreemde, allen gelijk in Christus. Degenen die het zagen, stonden verbaasd en vroegen zich af: “Kijk eens hoe zij elkaar liefhebben”. “Wat bezielt die mensen toch?”
De eerste Christenen stelden die vraag net ander. Niet “wat” bezielt je, maar “Wie” bezielt je?
Want de kracht om lief te hebben, om zeventig maar zeven keer te vergeven, om boven jezelf uit te groeien, die kracht vonden zij in Jezus. Als een voorbeeld en als een reisgenoot, door dit leven naar het eeuwige leven.
Zoals Paulus schreef aan de Christenen van Rome: “Niemand leeft voor zichzelf, niemand sterft voor zichzelf, wij leven en sterven voor onze Heer, aan Hem behoren wij toe.”
De weg door deze tijd en naar de toekomst kunnen we vinden dankzij bezielde mensen.
Goddank mogen we daarom zeggen voor het voorbeeld en de inzet van velen van u. Vrijwilligers in onze parochie, die steeds weer bereid zijn om hun tijd te delen met anderen, met hart en handen. U geeft mij en vele anderen moed en kracht. U bent de rijkdom van de parochie.
Dank ook aan degenen die op andere plekken de gemeenschap vasthouden, zorgen voor zieken of ouderen, een vereniging dragen, omzien naar mensen in uw omgeving.
Dank voor alles. God zij dank.
Amen!
|