Verkondiging (preek): Ik zag laatst een klein meisje dat een tekening liet zien aan haar buurvrouw. “Wat heb je dat mooi gemaakt” zei de buurvrouw en het meisje straalde. Ik zag ouders die met hun kindje naar de kerk kwamen voor een doop. Warm ingepakt kwam een wonder te voorschijn en de ouders straalden. Ik zag een bruidspaar van middelbare leeftijd, dat hun liefde uitsprak in de kerk, omdat een mens nooit te oud is om dat te doen. En het paar straalde. Het zijn gelukkige momenten, wanneer mensen stralen, omdat er van hen gehouden wordt of omdat er zoveel is om ván te houden. Vandaag zagen we in het Evangelie ook Jezus stralen. Hij staat boven op een berg, tussen hemel en aarde, tussen Mozes en Elia, tussen zijn leerlingen en Hij straalt als het helderste Licht. Waarom? … kun je je afvragen. Want voor Hem ligt de weg naar Jeruzalem, waar Hij verraden en gedood zal worden. Laten we eerst eens kijken naar de plek waar Jezus staat: de top van een berg. Ooit stond ook Mozes op een berg, om een verbond met God te sluiten. Daar werden de tien geboden geschreven in de stenen platen en in het hart van Mozes. Ook de profeet Elia ontmoette God op een berg. Als een zachte bries omarmde God zijn profeet en legde zijn kracht in het hart van Elia. En nu is het Jezus die onderweg is naar Jeruzalem, een reis waar Hij als een berg tegenop moet hebben gezien. Totdat Hij besluit om de berg te beklimmen, een plek waar hemel en aarde dichter bij elkaar komen. En Jezus straalt als nooit tevoren. Het zal tot Pasen duren eer dat Licht opnieuw schijnt. Jezus gaat in de voetstappen van Mozes staan, want Hij wordt gezonden om ons te bevrijden. Jezus gaat in het spoor van Elia, want Hij laat ons God ervaren als de levensadem. De leerlingen zien Jezus stralen, maar ze begrijpen niet wat er gebeurt. Petrus wil het moment vasthouden: “Laten we onze tenten opslaan en hier blijven!” Maar Jezus móet verder. Hij zal door de donkere dal van het lijden moeten, om voorgoed in het Licht te staan. Jezus is niet gekomen om boven op een berg te wonen, maar om tussen Gods volk te staan, om ons lijden te delen, om onze angst te doorstaan. Hij zal ons nooit in de steek laten, daarom daalt hij af naar de plek waar wij leven. Net zoals Mozes en Elia, moet Jezus de berg verlaten. Op de wegen van deze wereld wordt Hij onze reisgenoot, daar zal het gebeuren, in Godsnaam. Hij wil ons laten stralen zoals dat meisje met haar tekening, dat mag ervaren dat er van haar gehouden wordt. Jezus wil ons laten stralen zoals die ouders van de dopeling die voelen hoe kostbaar het is om van een klein mens te mogen houden. Hij wil ons laten stralen zoals dat bruidspaar, dat lief en leed kan delen. Want geloven is als leven. Soms staan we op de top en stralen we vanzelf. Soms gaan we door een dal en hebben we anderen nodig die ons wijzen op het licht, ergens in de verte. Het zijn gelukkige momenten, wanneer mensen stralen, omdat er van hen gehouden wordt of omdat er zoveel is om ván te houden. Jezus gaat ons voor. Hij wordt onze liefste reisgenoot, in wie God vreugde vindt. Amen! Voorbede: Pr. Laten wij biddend tot God gaan in de voorbede: Le. Heer, geef ons de moed van Mozes, die zich door U liet roepen om bevrijding te brengen. Laat ons bidden … Le. Heer, geef ons de openheid van Elia, die uw stem kon verstaan in de stilte die hem omringde. Laat ons bidden … Le. Heer, geef ons het vertrouwen van Jezus, die zijn roeping volgde vanuit de verbondenheid met U. Laat ons bidden … Pr. Misintenties … Laat ons bidden … Pr. Heer, leidt ons op de weg die bevrijdt en leven schept, nu en in eeuwigheid. Amen.
|